Cujo
Dag 8.
Eigenlijk is het nog dag 7, 30 september 2015. Erik en ik hebben wat meegemaakt en 3 dagen later besloten het alsnog te vertellen, vooral omdat we het kunnen vertellen. Niet omdat we de Dood in de ogen bekeken hebben, wel omdat we gisteravond toch even wat spannends meegemaakt hebben. Gisteren hebben we net voor het donker de tent kunnen opzetten en aangezien we de gehele dag nog niet gegeten hadden was het echt tijd om een restaurant op te zoeken en vooral te bunkeren! Ons werd verteld door enkele Duitsers dat als we de camping afliepen, links gingen, na 5 minuten rechts een bordje zouden zien met Tennisbaan en Hotel waar een restaurant te vinden was.
Mijn Duits is niet geweldig en ik heb nog wel eens moeite met Oost en West (ja zelfs ik met mijn werk!) en ook links en rechts. Afijn, we lopen de camping af in het donker met op de achtergrond het
geblaf van honden, wilde honden, tamme honden, straathonden... we weten het niet. Maar ondanks mijn minimale reiservaringen heb ik genoeg straathonden meegemaakt en het eerste wat ik doe is een
grote steen (zeg gerust kei) in mijn rechterhand op te pakken. Ik leg aan Erik uit dat het niet zo is dat ik iets tegen straathonden heb, maar genoeg ervaringen heb gehad met straathonden: Vorig
jaar in Argentinie dacht ik nog Cesar Millan (de dog-whisperer van Discovery) te zijn nadat ik een aantal straathonden letterlijk op hun plek had gezet. Maar 2 honden in een dorp ten noorden van
Buenos Aires dachten daar toen anders over en ik heb toen gauw geleerd dat ik niet alles in controle kan hebben met Cesar's technieken.. kortom een steen in mijn rechterhand en mijn lullige zakmes
klaar in de linkerhand. We lopen de camping af, slaan rechtsaf (hint: mijn Duits of mijn geheugen speelt nu spelletjes met mij) en lopen een ellenlange bult af die we ook omhooggereden zijn.
Tijdens het lopen horen we de ene hond na de andere hond blaffen en grommen, tegen de hekken aanspringen en af en toe een hond die los op de straat loopt en ons grommend achterna loopt. Geen fijne
gedachte maar beide zijn we rustig, ik nog steeds met mijn steen in mijn rechterhand (just in case). Na 20 minuten lopen komen we een bord tegen dat we het dorp gaan verlaten en houdt de
straatverlichting op... Erik zegt dan: dit is niet goed. Ik ben niet helemaal zeker maar vind wel dat als het niet goed voelt dat we terug moeten. Terug de bult op, langs diezelfde honden die op
straat liggen of liepen... dan zien we ineens het tennisbord “500 meter rechtsaf Restaurant/Tennis/Hotel”. Ik besef dan dat mijn Duits of mijn geheugen fout was en dat we links en niet rechts van
de camping af hadden moeten gaan. We lopen door en zien het bordje rechts voor restaurant. Hier nog steeds veel honden, maar gelukkig achter de hekken. Als we bij het restaurant aan komen kan ik
mijn steen eindelijk wegleggen en Erik het plastic zakje wegdoen, wat ik aan hem gegeven had met daarin half bakje paté en 4 plakken salami die we voor de lunch gebruikt hadden maar waarvan ik zei,
gooi het weg. Nergens een afvalbak te vinden dus we leggen het even buiten voor het restaurant neer. We hebben een heerlijke maaltijd en vragen de ober ondertussen hoe het met de straathonden zit,
omdat het ons toch niet helemaal lekker zat. De ober zegt dat ze echt niks doen en dat we gewoon rustig tegen ze moeten praten. Nadat we de rekening betalen lopen we terug... dan begint het. Het
plastic zakje met salami en bakje paté ligt uitgesmeerd over de straat... het bakje paté helemaal leeggelikt door waarschijnlijk een hond (of een weerwolf?!) maar zeker geen schattig
mini-varkentje. We slaan de weg in richting camping die uiteraard niet verlicht is door straatlantaarnen. Dan begint het “klote”te worden... op de hobbelige modderige weg in het donker horen we
alleen gegrom en geblaf. Ik heb gelukkig een zaklampje mee, maar die werkt alleen als ik hem aandraai (beetje het knijpkat effect) en dus is het geen geweldige lichtbak die ik vooruit schijn. In de
verte zien we wat glimmende ogen in het donker... Het continue geblaf en vooral het gegrom zorgt ervoor dat we ons niet helemaal op ons gemak voelen. Het is donker, in de verte zien we lichten,
maar is dat de camping!? Na 10 minuten lopen zegt Erik dat er weer iets niet klopt... ik zeg nog “maar dude we moesten op de heenweg best een stuk lopen”... dan ineens staan er 4 honden voor ons.
Staren ons vol in de ogen aan, grommend, tanden bloot. We staan naast een huis en we beseffen dat we echt niet goed zijn... “kut” “godverdomme, we zitten niet goed, we zijn verdwaald”. Allebei
kijken we rond welke lichten van de camping kunnen zijn, maar het gegrom en de aanwezige honden die we nauwelijks kunnen zien op af en toe de reflectie van ogen en witte tanden na in het zwakke
zaklamp licht en het geblaf na zorgt ervoor dat nu de adrenaline door ons lichaam ruist. We hebben nu allebei een dikke kei in de zak, ik heb mijn zakmes uit staan en ondertussen praten we tegen
elkaar en tegen de honden. We zeggen tegen elkaar dat de mensen van het restaurant zeggen dat ze echt niks doen, diep van binnen geloven we dit ook echt, maar wat een rotgevoel om omsingeld door
vieze straathonden te zijn, in het donker, verdwaald. “Rustig maar hondjes, wij zijn het maar” zeg ik nog rustig... we worden alsnog achtervolgd. Het klinkt stom, maar de beelden van Cujo (boek
geschreven door Stephen King) van een met Rabiës besmette hond gaan door mijn hoofd. Ondanks dat we allebei even zeggen dat het een kut situatie is, blijven we allebei nog redelijk cool gezien de
omstandigheden. We worden achtervolgd door een roedel van een stuk of 4 a 5 blaffende en grommende honden... Dan ineens!! Rechts hier.. bordje van de camping. He fuck!! Hoe hebben we dat kunnen
missen!! Pas bij de tent droppen we onze stenen en stop ik het mes terug in mijn zakmes.... Dit doen we dus echt niet meer. Achteraf lachen we erom, we geloven nog steeds dat de honden niks zouden
doen, maar we wantrouwde ze wel. Het waren duidelijk honden die in het wild probeerde te overleven (vieze vacht, sommige half strompelend etc) en toch het idee hadden hun gebied te beschermen. het
gevoel van verdwaald zijn in het pikkedonker tussen weilanden in op onbestraten stenen.... niet iets wat we allebei morgen weer gaan doen.
Die nacht gelukkig lekker geslapen op de camping. Het was even koud maar toen de zon opkwam hebben we eerst 4 uur lang gerelaxed, de motoren gecontroleerd en gewoon even gechilled. Daarna zijn we
Sibiu ingegaan. Een mooie stad maar niks benoemenswaardigs, misschien ook wel omdat we even moe waren om de steden te zien. Lekker gelunched in de zon, gelachen om de honden en even rondgelopen.
Die avond hebben we zelf gekookt: Heerlijke vieze worsten uit plastic verpakking op een broodje met ketchup... oh nee wacht het leek op ketchup maar was een soort paprika saus, bitter en een beetje
pittig. En de worst... we weten nog steeds niet of die gaar was maar de drie honden van de camping waren er uiteindelijk erg tevreden mee.
Vanwege de avond ervoor hadden we allebei geen behoefte om de camping te verlaten en dus was het plan zodra het donker werd gewoon vroeg de tent in te gaan. Ik besefte toen pas hoe helder de hemel
was en heb nog een uur lang naar de duizenden sterren en de melkweg gekeken, een adembenemend beeld wat ik sinds Nepal in 2004 niet meer gezien had.
Reacties
Reacties
Cujo, een hondsdolle St. Bernard die diverse personen heeft vermoord. Ik heb genoten van deze thriller van Stephen King. Zojuist jouw Cujo gelezen. Een akelige persoonlijke belevenis van twee geliefde motorrijders. Djezus...net zo spannend! Alsof ik meeliep met jullie in het donker, verdwaald, omgeven door grommende, hongerige honden. Geen foto's gemaakt? Dikke kus van Peggy
heb de film van Cujo gezien; niet voor herhaling vatbaar. Snap dat jullie 7 kleuren ...... .......! Niet meer doen. Liefs Inez
Moet ineens aan Portugal 2002 denken ;-) met jou, Jochem, Ralph en onze vaders... En onze barbequepinnen om die wolven indien nodig een oog uit te kunnen steken...
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}